Kneden
Zoals op de klei-pagina vermeld, is het van belang om de kunststofklei soepel te maken alvorens te boetseren. Het soepel maken gebeurt door te kneden zodat alle eventuele lucht uit de klei verdwijnt. De klei wordt tevens soepel door je lichaamswarmte. Leg het niet op de verwarming of in de zon, daar wordt het eerder korreliger van! Vooral Fimo Classic blijft vrij lang brokkelig; voor kinderen is Fimo Soft of Creall-therm meer geschikt. Je kunt droge of brokkelige klei beter hanteerbaar maken door het te vermengen met MixQuick (van Fimo), verhouding 1 : 4 of 1 : 5. Deze "witte" klei beïnvloedt de kleur niet.

Het is niet aan te bevelen om het pakje in zijn geheel te kneden, in twee of meer delen kneden gaat sneller. Rol de klei in staafjes en draai ze in elkaar. Maak er opnieuw een bal van en herhaal dit enkele keren.

Mengen
Op bovenstaande wijze kun je ook meerdere kleuren mengen, bijvoorbeeld:
rood + geel = oranje
rood + groen = bruin
blauw + rood = paars
zwart + wit = grijs

In principe kun je alle kleuren met elkaar vermengen, Fimo en Creall-therm laten zich uitstekend door elkaar gebruiken.

Door de mengverhouding te veranderen kun je zelf de uiteindelijke kleur bepalen (zie mengtabel).

Pasteltinten
Door wit of geel toe te voegen aan een van de bestaande kleuren kun je een pastelkleur creëren. Denk aan een verhouding van 1 : 5 of 1 : 6.

Zuurstokeffect
Twee rolletjes van verschillende kleuren naast elkaar leggen en in elkaar draaien. Rol dit kort en voorzichtig glad.

Marmereffect
Wanneer je de kleuren niet geheel vermengt, ontstaat een marmereffect. Experimenteer zelf eens. Wees voorzichtig met donkere kleuren, je hebt daarvan maar weinig nodig.
 

Basisvormen
Oefen eerst eens met deze basisvormen, boetseren wordt dan een stuk eenvoudiger en leuker.

Bal: rol de klei tussen je handpalmen en maak er balletjes van diverse afmetingen van.
Ei: vanuit de ronde bal; oefen meer druk uit op een kant. Strijk onregelmatigheden glad.
Druppel: vanuit het ei; maak met duim en wijsvinger een scherpere punt.
Platte kegel: vanuit de druppel; druk de onderkant plat op je werkplek.
Rolletje: een veelgebruikte vorm voor o.a. armen en benen. Hoe langer je rolt hoe dunner het wordt.
Ton: neem een niet te lang gerolde rol en maak de boven- en onderkant plat.
 

Plooien en vouwen
Je kunt plooien gebruiken bij het vervaardigen van kleding als jurken en jasjes.
Om te plooien heb je een dun rolletje klei nodig dat je gelijkmatig platdrukt. Maak hem niet te dik, je hebt dan meer kans op scheuren. De plooien kun je maken met behulp van een sateprikker of een schillenmesje. Til een deel van het lapje op en leg het overlappend neer. Zie de foto's op de gevorderdenpagina.

Bibliotheek
Haal eens een boekje uit de bibliotheek of schaf er een aan. Probeer enkele dingetjes na te maken. Je zult versteld staan hoe snel je na het oefenen van de basistechnieken zo'n werkstukje op een eigen manier kunt maken. Daarna zul je vrij snel in staat zijn zelf iets te creëren.

Boeken kun je ook kopen via sites op het internet, zie links of:


Succes!